Wat is dyslexie?

 

Dyslexie is een lastig woord. Het is een samenstelling van de woorden dys (= slecht) en lexis (= woorden). Dys en lexis komen uit de klassieke talen Grieks en Latijn. In 1887 besloot de Duitse taalkundige Rudolph Berlin de woorden samen te voegen tot het woord dyslexie. Het woord staat voor een probleem dat sommige kinderen en volwassenen hebben: zij hebben veel moeite met lezen en spelling.

Als je dyslexie hebt, heb je moeite om de letters en woorden die in een tekst staan, snel en goed te lezen. Ook kan het zijn dat je de letters en woorden snel en goed leest, maar dat je niet weet hoe je ze zonder fouten op moet schrijven.

Leerlingen met dyslexie oefenen vaak heel hard en krijgen veel hulp. Toch gaat het lezen niet zo vlug als bij de meeste andere kinderen. Leerlingen met dyslexie worden daarom ook vaak moe van lezen en spelling, juist omdat ze er zo hard voor moeten werken!

β€œDys betekent slecht en lexis betekent woorden. Je kunt dus zeggen dat dyslexie β€˜slecht in woorden’ betekent. En dat kan met het lezen van woorden of met het schrijven van woorden zijn. Of met allebei.”

Leren lezen

In groep 3 leer je letters en met letters kun je woorden maken. Als kinderen net leren lezen, dan spellen ze de woorden. Al gauw gaat het lezen steeds sneller. Je leert zinnen lezen en aan het eind van groep 3 kunnen veel kinderen zelfstandig een boek lezen. Dus: eerst gaat het lezen langzaam en later gaat het steeds sneller, totdat het vanzelf lijkt te gaan.

Als je dyslexie hebt, gaat het lezen niet automatisch. Dat heeft niets te maken met dom zijn of dat je je best niet doet. Het betekent ook niet dat jouw school slecht les geeft. Als je dyslexie hebt, herken je de woorden niet zo snel. Daarom lees je letter voor letter. Het is moeilijk om van al die letters goede woorden en van al die woorden goede zinnen te maken. Soms is het zΓ³ moeilijk dat je bijna niet meer begrijpt wat je gelezen hebt. Want als je wilt begrijpen wat een zin betekent, dan is het ook nodig en belangrijk om vloeiend te kunnen lezen.

Geboren met dyslexie

 

Dyslexie heb je al als je wordt geboren, alleen merk je het dan nog niet. Meestal hebben andere familieleden ook dyslexie. Bijvoorbeeld je vader, moeder, broertje, zusje of neefje en nichtje.

Vroeger dachten mensen dat leerlingen met dyslexie iets aan hun ogen hadden. Daarom werd dyslexie toen β€˜woordblindheid’ genoemd. Nu weten we dat kinderen met dyslexie niet dom zijn en ook niet blind. We weten dat de klanken van de taal een grote rol spelen. Het herkennen van een klank en het onthouden van de letter die daarbij hoort is heel lastig. We weten dat omdat neurologen (medisch specialisten die onder andere veel weten van het brein) naar de hersenen van mensen met dyslexie kunnen kijken. Dat doen ze met een β€˜fMRI-scan’.

Die neurologen hebben gezien dat er bij mensen met dyslexie op sommige plekken in de hersenen iets niet helemaal goed gaat. Daardoor is het moeilijk voor hen om de juiste letters bij de juiste klanken te leren. Ze moeten dat heel vaak herhalen voor ze het weten.

β€œNeurologen hebben gezien dat er bij mensen met dyslexie op sommige plekken in de hersenen iets niet helemaal goed gaat. Daardoor is het moeilijk voor hen om de juiste letters bij de juiste klanken te leren.”

Wat kun je er aan doen?

 

Dyslexie gaat nooit helemaal over. Maar, als je het goed aanpakt, kun je beter worden in lezen en spelling. Je moet wel altijd extra blijven oefenen en je zult vast regelmatig kleine foutjes maken. Sommige kinderen worden daar onzeker en zenuwachtig van. Maar dat is echt niet nodig, want meer dan je best kun je niet doen!

Gelukkig zijn er handige hulpmiddelen die jou kunnen helpen om je lezen en spelling te verbeteren. Wat vind jij de handigste hulpmiddelen?

Ik heb dyslexie, nou en!