Dwaalwegen

De tekst op deze pagina is afkomstig van www.tbraams.nl

Inleiding

Een effectieve behandeling van dyslexie is altijd op de taal gericht. Hoe meer iemand begrijpt van de spelling, des te minder hij op zijn taalgevoel hoeft te vertrouwen. Hoe beter iemand weet hoe woorden zijn opgebouwd, des te meer steun hij heeft bij het lezen van die woorden. En hoe meer iemand inzicht heeft in de logische opbouw van een tekst, des te gemakkelijker is zo’n tekst te begrijpen en te onthouden.

Naast de taalgerichte behandeling van dyslexie worden er in Nederland ook vele anders gerichte behandelingen aangeboden. In dit stuk worden enkele alternatieve behandelingen kort besproken. Geen van deze alternatieve behandelingen is tot nu toe effectief gebleken. Soms is er wel sprake van een minimale vooruitgang. Het is echter maar de vraag of dat een gevolg van de behandeling is. Er kunnen namelijk andere redenen zijn waarom een kind iets vooruit gaat met lezen en spellen. Het kind gaat tegelijkertijd ook naar school, dus het is logisch dat er wat vooruitgang is. Door alle aandacht die het kind van de vriendelijke behandelaar krijgt, kan het zich ook prettiger gaan voelen. Dat heeft zeker ook enig effect op het leren.

Je kunt redelijk zeker zijn van de effectiviteit van een behandeling wanneer het kind beduidend sneller vooruit gaat dan vóór de behandeling. Daarvoor is dus een goed inzicht in het tempo van vooruitgang voor en tijdens de behandeling nodig. Dat kan alleen maar door regelmatig tests af te nemen om de vorderingen te meten. Het is pas honderd procent zeker dat een behandeling werkt als er vóór de behandeling op school alles aan gedaan is (en het niet lukte) en het kind tijdens de behandeling sneller vooruit gaat dan zijn klasgenoten. Kortom, als het kind zijn achterstand aan het inlopen is.

Behandelaars die zich met de in deze paragraaf beschreven therapieën bezig houden, zullen het (zonder twijfel) niet eens zijn met de beoordeling dat hun behandeling niet effectief is. Ze beroepen zich vaak op wonderbaarlijke resultaten die ze met bepaalde kinderen hebben behaald. Helaas valt zelden vast te stellen of die kinderen werkelijk dyslectisch waren. Zolang er geen objectieve, wetenschappelijk verantwoorde onderzoeken zijn die aanzienlijke behandelingsresultaten laten zien bij een groot aantal dyslectische kinderen, kunnen de alternatieve therapieën niet worden aangeraden.

Het schadelijke van alle hier vermelde therapieën is niet alleen dat de lees- en spellingproblemen van dyslectische kinderen er niet door verholpen worden en dat een investering in zo’n therapie weggegooid geld is. Vertrouwen in een alternatieve therapie leidt er doorgaans toe dat een werkelijk zinvolle behandeling wordt uitgesteld. Het kind raakt hierdoor vaak verder achter en heeft langer last van alle frustraties die de leerproblemen met zich meebrengen. De kans dat de lees- en spellingachterstanden kunnen worden weggewerkt (of flink verminderd) wordt dan steeds kleiner.

“Vertrouwen in een alternatieve therapie leidt er doorgaans toe dat een werkelijk zinvolle behandeling wordt uitgesteld.”

— tbraams.nl

Training van de ogen, speciale brillen, van Gemert therapie

Toen dyslexie nog ‘woordblindheid’ heette, had men het idee dat de oorzaak van de leesproblemen in de visuele waarneming moest worden gezocht. De gedachte dat je met training van de oogspieren, oogbewegingsoefeningen en convergentie-oefeningen (leren je beide ogen op hetzelfde punt te richten) veel kon bereiken, komt daar vandaan. Lees meer

Beelddenken

Het heeft zeker een therapeutische waarde om dyslexie geen (onzichtbare) handicap maar een ‘gave’ te noemen, zoals Ron D. Davis doet in zijn boek De gave van dyslexie. Behandelingen die op deze ideeën zijn gebaseerd, hebben vooral een therapeutische waarde: ze kunnen er toe leiden dat het kind zich wat beter voelt (dit is vooral een gevolg van de aandacht die het kind krijgt). Effect op het lezen en schrijven hebben ze echter niet. Lees meer

Medicijnen

Incidenteel worden er aan kinderen wel medicijnen voorgeschreven voor hun dyslexie. Dit is volstrekt zinloos: het heeft geen enkel effect op de lees- en spellingproblemen. Als een kind, naast dyslexie, ook andere problemen heeft (het is bijvoorbeeld ook hyperactief) kunnen medicijnen wel zinvol zijn om iets aan die bijkomende problemen te doen.

(Senso-)motorische oefeningen

Het is zeer gebruikelijk geweest, ook in Nederland, om met dyslectische kinderen motorische oefeningen te doen, vaak in de vorm van fysiotherapie. Oefeningen om de oog-hand coördinatie (ook wel sensomotoriek genoemd) te verbeteren waren zeer populair. Om de samenwerking tussen de hersenhelften te verbeteren werden er ingewikkelde bewegingen geoefend, o.a. door beoefenaars van de edu-kinesiologie.

Onderzoek heeft aangetoond dat dergelijke behandelingen in het geval van lees- en spellingproblemen absoluut geen zin hebben. Het idee dat de hersenhelften niet goed samen werken is al lang achterhaald. In de Verenigde Staten hebben medisch-wetenschappelijke verenigingen dit soort behandelingen zeer stellig afgeraden. De commissie Dyslexie van de Gezondheidsraad is het daar mee eens. Begin er dus niet aan.

Bron: Tom Braams